Toen Nadia de Vries nog een meisje was kreeg ze te horen dat ze misschien nooit volwassen zou worden. Na eindeloze ziekenhuisonderzoeken en een even lang verblijf bleek dat ze systemische mastocytose had, een zeldzame ziekte die soms ontaardt in een agressieve vorm van leukemie, zo goed als dodelijk. Ze deed een stapje terug van de wereld. ‘Normale’ mensen moesten nadenken over wat ze gingen studeren, waar ze gingen wonen en wat voor baan ze zouden krijgen, maar niet zij. Haar leven speelde zich af voor de tv met doosjes kipnuggets en haar favoriete kattenboek. Tot ze als puber hoorde dat ze genezen was verklaard. Ze zou dus toch leven. Maar hoe dat precies moest, had ze nooit geleerd. Hoe vind je een plek in een wereld waaraan je nooit hebt deelgenomen, en hoe pik je de draad weer op na een traumatische gebeurtenis?
Fast forward. Jaren later krijgt De Vries een andere diagnose: zware depressies en zelfmoordneigingen blijken het gevolg te zijn van een persoonlijkheidsstoornis. Dat is ook een ziekte, maar waarom worden ziektes van het lichaam serieuzer genomen en anders behandeld dan ziektes van het hoofd? Vanuit persoonlijke interesse en ervaring als ernstig zieke aspirant-zelfmoordenaar, wetenschapper, schrijver en dichter onderzoekt Nadia de Vries wat ziekte betekent voor iemands identiteit en hoe de wereld op haar beurt kijkt naar mensen die afwijken: te dik, te dun, ongezond, instabiel, of lichamen die op een andere manier ‘anders’ zijn. En wat zegt die blik over medeleven, menselijkheid en ieders recht op een eigen plek hebben in de wereld? Dit boek is veel meer dan een persoonlijk verhaal, maar ook een verkenning van hoe de samenleving omgaat met haar zwakkeren.
'Deze lezer vertrok met bewondering, voor een schrijver die de ‘onverbiddelijke chaos’ in haar hoofd zo stijlvol en moedig weet te formuleren.' - Ellen de Visser, de Volkskrant
'Nadia de Vries is onwijs open, schaamt zich niet om wellicht choquerende details van een verdrietig ziekteverloop te delen, en inspireert op die manier om net iets meer uit een dag te halen.' - Sjoukje Croux, Lemontierres
'De Vries heeft geen zichtbare wond, maar wel kan ze schrijven – de noodzaak van dat schrijven pulseert in elke zin.' - Tamar Doorduin, Lilith Mag
'Deze lezer vertrok met bewondering, voor een schrijver die de ‘onverbiddelijke chaos’ in haar hoofd zo stijlvol en moedig weet te formuleren.' - Ellen de Visser, de Volkskrant
'Het is kwetsbaar en tegelijk waanzinnig krachtig. Een werk waarin over elke zin is nagedacht, dat aanvoelt als een soort rozenkrans, als een bezwering van de dood.' – Alma Mathijsen
'De Vries formuleert compromisloos, afgemeten, precies en beeldend [...] ze houdt van felle, splijtende contrasten tussen rauw en zacht. Kleinzeer is geen fictie, maar het is wel literatuur.' – De Reactor
'De Vries heeft geen zichtbare wond, maar wel kan ze schrijven – de noodzaak van dat schrijven pulseert in elke zin.' – Lilith Mag
'Nadia de Vries is onwijs open, schaamt zich niet om wellicht choquerende details van een verdrietig ziekteverloop te delen, en inspireert op die manier om net iets meer uit een dag te halen.' – Lemontierres