Uitgever Mizzi van der Pluijm sprak met het vaktijdschrift BOEKBLAD en blikt terug op vijf jaar Uitgeverij Pluim.
11 januari 2023
Mizzi van der Pluijm kijkt bij het eerste jubileum terug op jaren met meer meevallers dan tegenvallers.
Maarten Dessing | 6 januari 2023
Het gaat goed met uitgeverij Pluim – mede dankzij het succes van Claudia de Breij, Joris Luyendijk en Israel van Dorsten.
Op Nieuwjaarsdag bestond Pluim precies vijf jaar. Toch vieren oprichters Mizzi van der Pluijm (directeur-uitgever) en Rianne Blaakmeer (commercieel directeur) deze week het jubileum niet met de zes medewerkers en tientallen auteurs. Sterker: er is helemaal niemand op kantoor. Omdat het pand wordt geverfd en licht wordt verbouwd om de akoestiek te verbeteren, werkt iedereen vanuit huis. Daarna is er weer ruimte voor feestjes.
'We hebben al die jaren nooit iets aan het pand gedaan', vertelt Van der Pluijm via een videoverbinding. 'Maar het afgelopen jaar hebben we besloten niet te groeien. Iedereen denkt: als het goed gaat, moet je groeien. Maar wij blijven met deze groep 35 titels per jaar maken. En dus kunnen we in dit pand blijven en het verbeteren. Het is ook zo'n ideale locatie. In het centrum van Amsterdam, maar in een rustige steeg waar je geconcentreerd kunt werken. En een prachtig oud pand met een mooie houten vloer en ronde deuren, dat voor ons gemaakt lijkt.'
Gaat het uitsluitend goed dankzij de grote bestsellers van de afgelopen anderhalf jaar: Amalia, De zeven vinkjes en Wij waren, ik ben?
'Ook zonder deze titels zouden we een goede jaren hebben gehad. Zuurstofschuld van Toine Heijmans, Phoenix van Bert Wagendorp, Ik ben een eiland van Tamsin Calidas, Alma’s dochters van Jutta Chorus, het werk van Hanna Bervoets, Lieke Marsman, Ellen Deckwitz – dat verkoopt allemaal goed. En dat is precies zoals we het willen: ons niet laten overspoelen door steeds weer nieuwe titels, maar uit iedere titel halen wat erin zit. Met het overnemen van de backlist van Joris Luyendijk en Dick Swaab zijn er voor dit jaar opnieuw twee sterke pijlers bij gekomen.'
Maakt deze opsomming ook duidelijk waar Pluim voor staat? Een paar jaar geleden zei Rianne Blaakmeer dat dat bij het eerste jubileum helder zou zijn.
'Eigenlijk heb ik nog steeds geen vastomlijnd idee van wat Pluim moet zijn. Net zomin als ik die vraag vijf jaar geleden kon beantwoorden. Ik vind het ook leuk om me te laten verrassen. Wel heb ik inmiddels het gevoel terug dat ik hiervoor bij Atlas Contact had als ik bijvoorbeeld een manuscript van een debutant las. Ik wist meteen of we het wel of niet moesten doen. Bij Pluim had ik aanvankelijk geen idee. Gewoon omdat ik de omschakeling moest maken van een uitgeverij met een groot fonds naar een middelgrote.'
Maar wat maakt Pluim onderscheidend?
'Tja. Ik kan hier een kletspraatje houden, maar er zijn zo veel goede uitgeverijen in Nederland en Pluim neemt daar een plek tussen in. Schrijvers hebben hier wel meer ruimte dan ik gewend was hen te geven. Ze zitten vaak bij ons op de uitgeverij te werken, lunchen met ons, kennen elkaar ook goed, en hebben veel invloed op hoe hun werk wordt uitgegeven. Maar als ik het fonds overschouw, denk ik: daar is het begrip "diversiteit" voor bedacht. Jong, oud, auteurs uit verschillende klassen, van elke kleur of afkomst, schrijvers van betrokken non-fictie tot heel persoonlijke fictie – alles zit erin. En al die titels geven we met een inmiddels ingespeeld team zo goed mogelijk uit.'
Veel medewerkers zitten er al vanaf het begin.
'Dat klopt. Of ze zijn snel daarna gekomen. Toen afgelopen zomer de aanslag op Salman Rushdie werd gepleegd, wist iedereen onmiddellijk wat hij moest doen en hadden we binnen een week zijn titels weer leverbaar. Ook al gebeurde het op een vrijdagavond en was de halve uitgeverij op vakantie. Dat ging zo soepel dat ik me realiseerde: de uitgeverij stáát, Pluim kan ook zulke gebeurtenissen aan.'
Is het moeilijk om níét te groeien?
'Niet zolang we vasthouden aan het besluit om het bij 35 titels per jaar te laten.'
Maar een succesvolle uitgeverij trekt veel nieuwe auteurs aan die je vast niet allemaal buiten de deur wil houden, terwijl de fondsauteurs blijven schrijven.
'Toch valt het mee. De fondsauteurs krijgen alle ruimte. Hun boeken komen op het moment waarop zij willen dat die verschijnen. En als we dan een keer op 36 titels uitkomen, ook best. Voor nieuwe auteurs geldt dat je goed moet blijven kijken of het echt de moeite waard is. Of je het met het programma dat je al hebt, ook goed kunt uitgeven. Tot nu toe hebben we geen titels moeten afwijzen die we eigenlijk wilden uitgeven. En ik zie het ook niet zo snel gebeuren, ook omdat we steeds beter voor ogen hebben welke boeken wij goed kunnen doen.'
Wat zat het Pluim mee de eerste vijf jaar?
'Dat Hanna Bervoets het Boekenweekgeschenk mocht schrijven. Ik had nooit verwacht dat dat een uitgeverij kon overkomen die zo kort bestaat, maar het was voor Hanna natuurlijk het juiste moment. Dat Lieke Marsman Dichter des Vaderlands werd en Zuurstofschuld de Boekhandelsprijs won, waren ook opstekers. En ik vond het een ongelooflijke mazzel dat de rechten op I Am an Island nog niet waren gekocht. En dat ik Salman Rushdie en Dick Swaab weer mag uitgeven.'
Niet de steun van de boekhandel? Of ligt dat voor de hand door de manier waarop het vak in Nederland is georganiseerd?
'Ik had daar geen verwachtingen over, dus dan kon het ook niet meevallen. Maar het is natuurlijk bijzonder dat ze na alle steunbetuigingen in het begin ook daadwerkelijk zo veel support hebben geboden om onze boeken tot een succes te maken.'
En wat zat tegen?
'Toen corona begon, was dat enorm spannend. Als jong bedrijf hadden we nog weinig reserves. Hoe gingen we dít overleven? Gelukkig bleek corona uiteindelijk helemaal niet slecht te zijn voor de uitgeverijen, dus ook niet voor ons. Vooral de boekhandel had het toen moeilijk. En we hebben te maken met alle problemen die uitgeverijen allemaal hebben. Zoals nu de papierproductie, stijgende energieprijzen en de inflatie – al wordt dat eerste steeds minder een probleem.'
Viel het niet enorm tegen dat er, ondanks de ruimte die Pluim aan schrijvers geeft, toch auteurs overstapten – zoals P.F. Thomése en Dimitri Verhulst?
'Dat vond ik moeilijk. Vooral omdat ik er persoonlijk zo slecht tegen kan. Toch begrijp ik het wel. Het hoort bij een opstartfase dat er soms verkeerde verwachtingen ontstaan of beslissingen worden genomen die niet erg goed doordacht zijn, en dat schrijvers uiteindelijk andere keuzes maken. Schrijvers zijn vrij om te doen wat ze willen. De tijd dat ze contractueel aan een uitgeverij gebonden bleven is gelukkig al lang voorbij.'
Wat is er anders gelopen dan gedacht? De pogingen om het aanbiedingsproces te veranderen misschien? Want jullie zijn gestopt met brochures voor iedere titel afzonderlijk.
'Ik blijf erbij dat het iedereen ten goede zou komen als we stoppen met de cyclus van drie aanbiedingen per jaar. Maar alleen Pluim kan zoiets niet veranderen, dan is het beter om onze energie ergens anders in te steken. Zulke dingen moeten de concerns maar oppakken. En ook zonder deze aparte brochures hebben we het gevoel dat we het anders doen.'
Waar zit dat in?
'Ik hoor van schrijvers dat uitgeven bij ons een feestje is. Iets moeten we dus anders doen. Dat zit hem denk ik in het hele proces van redactie, pr, marketing en sales. Voor iedere stap nemen we de tijd. De interactie daarover is, zoals gezegd, ook groter. En ik kan nu beter aangeven: dit kan wel, dit kan niet – zodat schrijvers precies weten waar ze aan beginnen.'
Is dat een gevolg van de overstap van concernuitgeverij Atlas Contact naar het zelfstandige Pluim of is dat in de loop van vijf jaar ontstaan?
'Dat is moeilijk te zeggen, omdat ik nooit bewust heb gekozen een eigen uitgeverij te starten om alles naar eigen inzicht te kunnen doen. Ik functioneerde prima binnen VBK. Ik leidde daar Atlas Contact alsof het mijn eigen bedrijf was. Ik was daarom [na een veelbesproken conflict, md.] eerst maanden bezig om deze uitgeverij uit te kopen – zonder Business Contact. Dat liep mis, er werd een te hoge prijs gevraagd. Het zou een schuld opleveren waar we nooit meer vanaf kwamen. Geen enkele investeerder of bank was bereid er geld voor vrij te maken. Het zou zowel voor de medewerkers als de schrijvers volstrekt onverantwoord zijn geweest. Voor iemand die als meisje van elf al uitgever wilde worden, was het toen vanzelfsprekend om zelf een bedrijf op te zetten. Maar tijd om na te denken hoe die zou moeten zijn, was er niet meer. We zijn gewoon begonnen.'
En toen ging je op dezelfde voet verder als je gewend was?
'Ja. Ik ben geen ander soort uitgever geworden, maar heb me wel verder ontwikkeld. Ik kwam binnen VBK altijd al erg op voor de schrijver. Mensen wisten dat ook van mij. Maakten daar goedmoedige grapjes over. Maar bij Pluim kan ik helemaal los gaan. Ik hoef die neiging niet meer te beteugelen. Dat is heel fijn.'
Mis je na vijf jaar evengoed sommige voordelen van een concern.
'Nee. Weet je, als mijn man en ik met Oud & Nieuw elkaar een gelukkig nieuwjaar hadden gewenst, zei ik altijd: "En de teller staat weer op nul". Hoe goed het afgelopen jaar ook was geweest, ik moest weer opnieuw een begroting gaan halen. Dat heb ik nu al een tijdje niet meer gezegd. Ik begin niet op nul op 1 januari, er ís geld en dat kan ik voor het bedrijf inzetten. Dat is bevrijdend – hoewel ik niet genoeg kan benadrukken dat ik er nooit een probleem mee heb gehad om binnen een concern te werken. Aan welke voordelen van een concern denk je trouwens?'
Een bepaalde slagkracht om voor een miljoen een Amerikaanse bestseller te kopen of een reusachtige marketingcampagne op te zetten.
'Ik vind het helemaal niet erg dat ik geen miljoen euro kan besteden aan een buitenlandse titel. Ik ontleen er veel meer plezier aan om een boek te vinden als I Am an Island, dat al gewoon was verschenen, en er vervolgens 80.000 van te verkopen in Nederland en België. En ik denk dat Pluim juist meer budget vrijmaakt voor marketing. Bij concerns reserveren ze 5 of 6% van de verwachtte omzet van de eerste druk voor marketing. Pluim 10%, omdat ik denk dat dat nodig is in de moderne tijd.'
Is het vak in de afgelopen vijf jaar erg veranderd?
'Als je er van bovenaf naar kijkt, uiteindelijk niet. Het enige is dat er nieuwe vormen van promotie en andere verschijningsvormen bij zijn gekomen. Andere vormen om een verhaal te vertellen. En daar doen wij volop aan mee. We zorgen ervoor dat we die vormen kennen, weten wat ze doen, hoe ze je kunt inzetten, zodat we schrijvers kunnen assisteren als die daar gebruik van willen maken. We zijn ook de enige uitgeverij met een podcast over zijn eigen titels – al hebben we het idee van Das Mag gejat, die er inmiddels mee is gestopt. Ik heb het geluk getrouwd te zijn met een van de beste radiomakers van Nederland, die ze met veel professionaliteit voor ons maakt.'
Weinig veranderd dus. Terwijl er ingrijpende coronajaren achter ons liggen.
'Daarom spreken we elkaar nu digitaal. Zonder corona zouden we dat niet hebben gedaan. Zulke dingen veranderen. Maar het gaat me om het uitgeefproces. Dat is hetzelfde gebleven. Dat vind ik ook zo mooi aan het uitgeven: dat het een ouderwets, ambachtelijk vak is, dat je alleen in de praktijk kan leren van mensen die het beoefenen. En dat het zo'n moeilijk vak is. Als uitgeven makkelijk was, was ik iets anders gaan doen.'
Pluim heeft een Schrijverscoöperatie opgericht, die 4,99% van de aandelen kreeg. Functioneert die als gehoopt?
'Daar heeft corona wel invloed op gehad. Er zit zeker leven in de coöperatie, maar het was moeilijk om vaak bij elkaar te komen. Bijeenkomsten voor alle schrijvers kun je niet digitaal organiseren. Ook is het de bedoeling dat we dividend uitkeren aan de coöperatie, waarmee auteurs wat dan ook kunnen doen – er gaan allerlei ideeën rond. Maar in deze fase steken we de winst in het bedrijf zelf, zodat we vet op de bot hebben. Zo zijn we in de toekomst bestand tegen grote crisissen.'
Tot slot: zet Pluim in 2023 de positieve lijn voort?
'Zeker. Het vervolg op Phoenix komt eraan. De tweede roman van Thomas van der Meer, die zich na zijn debuut heeft ontwikkeld tot een van de meest gelezen columnisten van de Volkskrant. De nieuwe Salman Rushdie. En het fantastische boek van Jente Posthuma over heksen. Dat zijn allemaal titels in de komende maanden waar ik erg veel zin in heb.'
Zit daar ook een bestseller bij van het niveau Amalia, De zeven vinkjes en Wij waren, ik ben?
'Ik denk het wel. Het is een titel die we nog niet hebben aangekondigd, dus daar kan ik in dit stadium nog niets over zeggen.'