Yvonne Kroonenberg (1950) begon na een studie psychologie haar eigen praktijk in Amsterdam. Haar schrijverscarrière begon vorm te krijgen toen ze in de jaren tachtig voor uiteenlopende kranten en tijdschriften aan de slag ging. Voor onder meer Playboy en Margriet schreef ze scherpe columns over het alom herkenbare lief en leed dat zich afspeelt tussen een man en een vrouw. Kroonenberg ontpopte zich in korte tijd tot de grande dame van de literaire non-fictie omtrent relaties en familiebanden. In haar werk, waarin humor de boventoon voert, confronteert ze haar lezers met hun tekortkomingen en eigenaardigheden en doorbreekt ze menig taboe. Haar boek Alles went behalve een vent geldt inmiddels als een klassieker op het gebied van relaties. Ook in Leven voor gevorderden sneed Kroonenberg een gevoelig onderwerp aan: ouder worden. Maar, geheel à la Kroonenberg, laat ze op geestige wijze zien dat dit ook positieve kanten heeft.

In meer dan dertig jaar tijd schiep Kroonenberg een mateloos populair en tijdloos oeuvre over amoureuze perikelen, romantisch onvermogen, liefhebben en seks.

Fotograaf: Merlijn Doomernik