De poëzie van Lieke Marsman heeft altijd veel begrip voor de lezer. Dat levert een vorm van vervreemding op die bijzonder is, maar niet oncomfortabel. Hoe weet ze dat nu? ben je vaak geneigd te denken als je de gedichten van Marsman leest.
In Man met hoed zijn haar eerste twee bundels bijeengebracht: Wat ik mijzelf graag voorhoud en De eerste letter. Een simpele daad van rechtvaardigheid, want deze bundels horen er gewoon te zijn. De bundels worden bovendien aangevuld met vroeg en minder vroeg werk, en met enkele vertalingen die misschien een voorzichtig antwoord geven op de vraag hoe ze het allemaal weet. Man met hoed is een aangename ontmoeting met een dichter.
Over Wat ik mijzelf graag voorhoud:
‘De gedichten van Marsman lopen, ondanks hun grote hoeveelheid tekst, als popliedjes. Ze lezen dus ook gewoon lekker. Het zijn plezierige gedichten met mooie beelden, een flinke dot puberaal melodrama – afgewisseld met volwassen observaties – en een zangerige, licht ironische toon die duidelijk maakt dat ze ook met plezier geschreven zijn.’ – Meander
‘Wat ik mijzelf graag voorhoud is een eigenaardige bundel, vol anekdotische, associatieve en verwarrende gedichten die tegen proza aanschurken: helder van taal en beeld, lange regels, volle pagina’s, weinig wit.’ – Tzum
‘Lieke Marsman is overduidelijk een groot talent.’ – Erik Lindner, De Groene Amsterdammer
Over De eerste letter:
‘Alles wat Marsman hier schrijft, ademt niet alleen een grote mate van vanzelfsprekendheid, maar brengt daarbij ook regelmatig een intuïtief te ervaren waarheid aan het licht die de lezer kan betrekken op zichzelf. (…) Het biedt zich aan, maar houdt een element van onbereikbaarheid, alsof de auteur, als het mooiste meisje van de klas, zich onbedoeld en in alle schuchterheid toch superieur weet.’ – Meander
‘Lieke Marsman toont zich in De eerste letter hiermee een betere volgeling van Boon dan zij wellicht ooit bedoelde te zijn. Net als de grote Vlaming presteert zij het om de tekortkomingen van de poëzie in grootse poëzie te beschrijven.’ - Tzum