Twintig jaar geleden werd de nachtmerrie van bestuurlijk Nederland werkelijkheid. Een moslimextremist vermoordde Theo van Gogh omdat die met politica Ayaan Hirsi Ali de film Submission had gemaakt. Een pamflet tegen vrouwonvriendelijkheid in de islam.

Als journalist volgde Jutta Chorus destijds Hirsi Ali. Ze was aanwezig bij de opnamen van de film. En na de moord stond ze, met haar collega Ahmet Olgun, als eerste op de stoep bij de vrienden van moordenaar Mohammed Bouyeri – nog voordat de politie hen als potentiële terroristen arresteerde.

Vanuit die nabijheid beschreef Chorus de aanloop naar de moord en de gevolgen ervan, die tot op de dag van vandaag in Nederland voelbaar zijn. Ook voor de vriendengroep van toen, de broeders van Bouyeri. Zij werden als personae non gratae naar Marokko gestuurd en zagen hoe een nieuwe generatie radicalen het gedroomde kalifaat stichtte. Chorus en Olgun blikten tien jaar na dato met hen terug.

De martelaren is een bundeling van de boeken In godsnaam en Broeders.